Translate

zondag 22 januari 2012

bonsai: kleine Sierkers

Klein sierkersje, Prunus Subhirtella 'autumnalis rosea'. Een winterbloeiende sierkers, met kleine gevulde rozige bloemen, en kleine bladeren.

Ongeveer 10 jaar oud, in een tuincentrum gekocht als kleine plant. Pas in 2009 uitgeplant in vollegrond en 2 seizoentjes gekregen om toch een beetje aan te dikken maar vooral om de groeikracht wat aan te sterken. Al die jaren in kleine pot had hij immers nooit echt goed gegroeid. In november 2011 uit vollegrond gehaald, de wortels uitgespoeld en ontdaan van alle grond, tegelijk wortelsnoei en sterke gewone snoei. Wat overblijft is niet veel meer dan het kleine stammetje, met stambasis van ongeveer 4 cm; en hier en daar een takje om niet alle scheuten en uitgroei te verwijderen. Op die manier kan hij meteen al uitlopen op bestaande takken en bestaande knoppen. Dat zal helpen om beter aan te slaan. In juni 2012, als hij goed op gang gekomen is, kunnen we dan zien welke nieuwe uitgroei er is, behalve die op de bestaande takjes, en dan verder zien waar me met de vorm naartoe kunnen. Op deze manier 2 of 3 groeiseizoenen totdat de toekomstige vorm zo ongeveer duidelijk zal worden, en dan die takken laten aandikken en verder verfijnen.

Dit is een klein boompje (nu ong 20 cm), waar ik een wat ruwere, wildere look wil aan geven, zeker geen overgestyleerde vorm. Dus met enkele goedgeplaatste takjes en wat warrige secundaire takken kan dit ook mooi ogen.





woensdag 11 januari 2012

bonsai: Meststof en voedingswaarde

Een 'hot topic' voor de meeste bonsailiefhebbers, al wordt ook hier om één of andere redenen vaak mysterieus over gedaan.

Doordat bomen en struiken tegenwoordig vaak niet meer op hun natuurlijke standplaats staan, is er nauwelijks nog een gezond evenwicht. Door deze verstoring zullen ziekten, plagen en gebreksziekten gemakkelijk toe kunnen slaan, met soms grote gevolgen. Universele meststoffen zijn dus onontbeerlijk in ons gecultiveerde klimaat.  De markt wordt echter overspoeld met meststoffen voor één bepaald doel. De één is gefocust op een NPK toegift, de ander op micronutriënten. Dat leidt vaak tot een te eenzijdige voeding met een teleurstellend resultaat. Een meststof in dit 'gecultiveerde klimaat' moet alle benodigde primaire, secundaire meststoffen én micronutriënten bevatten. Met een gereguleerde afgifte liefst. Kortom alles wat nodig is om het gewas vitaler te maken en de groei te stimuleren.
Bovenstaande wil zoveel zeggen als dat een klassieke, commerciële meststof (vloeibaar of in vaste vorm) onder de vorm van een N-P-K samenstelling op termijn dus niet voldoet. Tenminste als we er van uit gaan dat het substraat waarin de bonsai staat een aangepast bonsai substraat is. Met substraat bedoel ik elk groeimedium dat voldoende afwatert, voldoende luchtig is en blijft, en voldoende in staat is om voedingsstoffen én water op te slaan en ook kan vrijgeven. Deze drie samen vereist een substraat dat weinig of geen organisch materiaal bevat. Geen potgrond dus. Waarom? Omdat het substraat op zich dan veel beter te controleren en te doseren is naar watergift en bemesting toe. Hoe meer variabelen hoe minder controle en hoe meer onzekerheid en risico er is op waterzieke grond en grond waarin te snel teveel voedingszouten opgestapeld raken.

Om het gemis aan organisch materiaal en voedingsstoffen in zo'n substraat te compenseren, moeten we een bemesting voorzien die dat wel kan aanvullen. Opnieuw wordt het dan duidelijk dat een klassiek NPK meststof niet zal voldoen. Het gebrek aan voedingsstoffen (andere dan NPK) zal in zo'n substraat ook gemiddeld sneller opvallen.

Conclusie: een modern bonsaisubstraat vereist de facto een beter uitgebalanceerde meststof, NPK aangevuld met sporenelementen/micronutriënten (zoals boor, mangaan, molybdeen, zink, ijzer...). Tegelijk met een goede bemesting, moet de watergift aangepast worden bij een modern substraat. Wat zoveel betekent als meer water geven. Teveel water geven kan bijna niet meer, gezien zo'n substraat nooit waterziek kan worden.

Dergelijke meststoffen worden aangeboden via diverse merken, al moet je daar even naar op zoek. Ook organische meststoffen bevatten vaak dergelijke aanvullende voedingsstoffen en/of sporenelementen.

kijken op verpakkingen dus als u op zoek gaat naar meststoffen. Sommige zijn bedoeld om frequent te gebruiken, andere zijn bedoeld om slechts enkele malen toe te dienen (langzame werking).

dinsdag 3 januari 2012

Bonsai: mijn tweede meidoorn

uit de "meidoorn symphony, nr 2, in C majeur"

Waarmee ik zoveel bedoel als 'mijn tweede meidoorn', in navolging van eerdere blog over mijn andere meidoorn. Deze heb ik sinds mei 2008, vrij kaal startmateriaal dat ik overnam van een bonsai'vriend' die helaas de hobby ondertussen niet meer beoefent. In ieder geval, het is een uitgegraven meidoorn, ik schat 10 à 15 jaar oud bij uitgraven. Ondertussen is de 'look' al vrij ingrijpend veranderd, en al wat meer fijnere vertakking, al moet er nog een hele weg afgestapt worden voor we werkelijk van verfijning kunnen spreken. Ik maakte er opnieuw eens een virtuele oefening van een uurtje van, toen ik de fotoserie van deze boom aan het bekijken was. Spelen met de idee van wat dode takken en dood hout in de top dus. Geeft alvast wel een heel ander beeld en evenwicht aan de kruin, ziet er plots compleet anders uit. Een duidelijke structuur zeg maar, waarvan je zou geloven dat de boom er lang heeft over gedaan om er zo uit te zien. Da's het doel van miniatuurbomen natuurlijk om er 'oud' en 'geloofwaardig' uit te zien. Dood hout bij loofbomen is weliswaar wat delicater (geen natuurlijke bescherming tegen de weerselementen zoals hars bij naaldbomen) en komt wat minder voor; dus als we het doen, moet het een duidelijke meerwaarde hebben en zeker niet alle loofbomen lenen zich daarvoor, eerder de soorten die er van nature wat dramatischer uitzien (zoals meidoorn, bij eik is het zelfs typisch dat oudere exemplaren dode takken hebben in de toppen van de kruin,..).

De foto's dan: foto 1: mei 2008 / foto 2: 2009 / foto 3 en 4: 2011 / foto 5 : virtuele bewerking, op basis van huidige vorm met enkel wat toevoeging van loof om de verwijderde top te camoufleren / foto 6: virtuele bewerking zonder toevoegingen (enkel dood hout gemaakt van top en takken)

Geniet, met mate !








bonsai en Japanse terminologie

jin, shari, sharimiki, nebari, shakan, chokkan, kabudachi, hokidachi, yamadori, en nog tientallen andere termen voor het benoemen en beschrijven van bonsai-stijlen, wortelvoet, stam, dood hout, noem maar op.

Deze termen gebruik ik bewust niet vaak, of mijd ik zelfs liever, omdat ik deze blog wat open wil houden en ik er geen meerwaarde in zie om japanse terminologie gewoon over te nemen. Ik pleit dus af en toe wel een beetje voor een vernederlandsing of vervlaamsing van bonsai. Het voelt vreemd aan als ik buiten op mijn terras bezig ben met mijn eigehandig gekweekte of gevormde inheemse boompjes en ik zou denken 'hmmm aan die nebari moet ik toch nog iets doen'...

Ik spreek of denk dus niet in japanse termen om onze inheemse bomen te beschrijven of om bonsai als hobby hier, in België, te beleven. En is het trouwens ook geen japanse traditie (ludiek) om ook westerse ideeën te copiëren, maar er dan een eigen japanse stempel op te zetten? Voorts houden de meesten van ons er hier ook geen traditionele oosterse levenswijze of tradities op na, dus laten we dan ook geen mal figuur slaan door enkel en alleen wat japanse terminologie over te nemen, als zouden we zonder die enkele tientallen woordjes japans geen miniatuurboompjes kunnen creëren. Als buurman Jos al in zijn woordenboek moet kijken als hij op zijn eerste clubvergadering te horen krijgt om eens te zien of de nebari van zijn boompje ok is, zijn we ver van huis. Behalve wat valse schaam creëren bij Jos, en wat gelach van andere ingewijde leden als Jos komt vragen wat nebari betekent, bereik je daar niets mee. Sommige houden natuurlijk van de mystifiëring van bonsai. Ik niet.

Dood hout (tak of stam), wortelvoet, hellende stijl, doet het voor mij even goed. Bonsai als hobby of 'kunst' 'is universeel maar we hebben daarom geen nood aan mystifiëring of overname van japanse terminologie. Laten we doen zoals japanners zelf, we copiëren de goede ideeën, de basis die ons verderbrengt, maar we zetten er gewoon ons eigen stempel op. Er is geen andere manier, als we met onze eigen bomen en onze eigen inzichten en creativeit iets willen bereiken. Eigenheid.

Gek genoeg kan ik met het woord 'bonsai' wel leven, of moet ik vanaf nu zeggen 'miniatuurboom'? Er valt wel iets te zeggen over gebruiken van universele 'bonsaiterminologi' in kader van internationale tentoonstellingen e.d. Uitsluitend hier zie ik een eventuele meerwaarde. Maar is 'esperanto' ook geen universele taal? Helaas, wie gebruikt dit of wie kent dat überhaupt. Voorts dingen de meeste amateurs en hobbyisten volgens mij niet mee naar de hoofdprijs op een internationale tentoonstelling, dus wat levert het buurman Jos uiteindelijk op.

De beste wensen voor een nieuw en gelukkig jaar vol miniatuurbomen.