-----
Updated Dutch version of my previously posted article about a "durable bonsai subtrate without peat and akadama".
Please only (re)post by referral link to my blog, or copy the text/pictures whilst mentioning the full weblink and copyright (http://bonsaivlaamseardennen.blogspot.com) to the article on this blog as text. Thank you.
Een duurzaam substraat zonder akadama en zonder veen(pot)grond
Substraat in plaats van ‘grond’
De term substraat houdt natuurlijk in dat het voornamelijk inorganisch is. In 2009/2010 koos ik voor ‘substraat’ voor mijn boompjes,
na veel lees- en opzoekwerk en na talloze bronnen geraadpleegd te hebben. Ik ga
niet uitwijden over de pro en contra van ‘grond’samenstellingen die
voornamelijk (soms 50% of meer) organisch materiaal bevatten. Ik kan wel de
voornaamste reden meegeven waarom ik inorganisch substraat verkies, en dat is
totale controle. Ik beschouw dat toch als een grote plus als het op water geven
en bemesten aankomt. Het heeft alles te zien met verminderen van de risico’s,
van hetgeen mis kan gaan. Ik weet veel beter hoe mijn substraat zich gedraagt, dan dat ik dat ooit zou weten
van grond met een overwegend deel organics. Geen grond meer die al
snel teveel zouten bevat, en het risico dat ik de PH van mijn substraat
helemaal uit balans breng is ook drastisch lager. Byebye wortelrot door een
kleddernatte, sompig papperige grond.
Behalve totale controle zijn er natuurlijk nog een aantal
andere redenen: Ik ben niet meer afhankelijk van akadama; ik gebruik nu materialen die meer duurzaam
zijn (geen veen/turf); mijn
hoofdbestanddeel heeft betere eigenschappen dan akadama op meerdere vlakken,
mijn substraat is goedkoper all-in-all, het breekt niet af,…
Duurzaam alternatief voor veen/turf en akadama
De meeste soorten potgrond zijn nog steeds samengesteld op basis van veengrond
of turf. Het ontginnen van veengronden heeft echter een drastische impact op
het milieu en de natuur. Ontginning heeft er op vandaag voor gezorgd dat er
hele stukken van uitgestrekte moerassen vervangen werden door open water
partijen daar waar dit voorheen ven was met veengrond afzettingen. Gevolgen
zijn: beschadigde filterfunctie van het moeras, beschadigd ecosysteem,
ontregelde waterhuishouding, etc. Moerasgebieden met veengronden zijn/dragen
één van de meest specifieke habitats. Als ik dus veen en turf kan vervangen door een even goed (of beter) én duurzaam alternatief, dan gebruik ik dat ook graag. Dit is de reden waarom ik cocosaarde in mijn substraat gebruik als organisch deel. Het is duurzaam/ecologisch omdat het een nevenproduct is, en het breekt ook niet zo snel af (toch niet de meer vezelige coco). Die cocos heeft ook een aardig bufferend vermogen voor water en nutriënten.Naast grondmengels met (veen)potgronden en/of turf, gebruiken de meeste bonsailiefhebbers mengsels op basis van akadama. Het is zeker waar dat akadama sowieso een van de eerste dingen moet zijn die beginnelingen zich aanschaffen voor de hobby. Alle bonsaizaken die ik ken schuiven akadama naar voor als het basiselement. Dat hoeft natuurlijk niet te verwonderen omdat akadama traditioneel in Japan werd en wordt gebruikt (en ontgonnen wordt). Akadama werd gewoon samen met de hobby, met de kunst, mee overgenomen en geïmporteerd. Allemaal geen probleem, maar de vragen beginnen wel meer en meer te komen, hoe schaarser en hoe duurder de akadama wordt, of gewoon uit emancipatie en rijpen van de hobby alhier. Zelf wilde ik vooral weten of er ook andere materialen zijn die net hetzelfde doen (of beter). Waarom deze vraag niet stellen, en bij mijn zoektocht ondertussen heel wat zaken opsteken.
Wat is akadama (en kanuma)?
Veel liefhebbers (en zelfs verkopers) weten ook vaak niet echt goed wat akadama (akadamatsuchi) eigenlijk is. Kortweg gezegd, het is een (door de tijd kleiig geworden) mineraal van vulkanische oorsprong. Meer bepaald is het ontstaan door vulkaan-as afzetting van de vulkaan Fuji. Het wordt dan ook ontgonnen in de Kanto regio. Een zeer bekende akadama is bvb die van Ibaraki, wat op zich de naam van een prefectuur is in de Kanto regio. Tochigi prefectuur is bvb een andere. Het wordt op geselecteerde plekken ontgonnen, waarbij eerst de toplaag van de grond afgehaald wordt (een zwarte rijk-organische laag) om daaronder de roodachtige akadama laag rijk in oxides te vinden. Akadama wordt daarom ook wel red ball earth genoemd. De akadama wordt gedroogd (meer of minder) om de gewenste hardheid van de korrel te krijgen.
Door al die vulkanische activiteit, hebben zich dus diverse laag-afzettingen op elkaar gevormd. Kanuma bijvoorbeeld, is niets meer dan de laag die zich onder de laag akadama bevindt (vulkaan Akagi) en meer gelig is dan de bovenliggende rodere akadama, met andere samenstelling/eigenschappen.
Zeoliet... is eveneens een vulkanisch mineraal, weer andere samenstelling/eigenschappen.
Met deze kennis in het achterhoofd (vulkanische mineralen) houdt het al helemaal geen steek om geen substraten met elkaar te vergelijken.
Mijn vorige en mijn nieuwe substraat
Mijn initiële substraatmengeling
Natuurlijk zeoliet (clinoptiloliet) in korrelvorm, medium
(2-5mm) als basis. Afhankelijk van de potgrootte meng ik het met een kleine
korrel (1-3mm) en/of grote korrel (5-10mm) om zo tot een totaal aandeel zeoliet
in het substraat te komen van 70 tot 80%. De overige 20 tot 30% bestaat uit
cocosaarde, dat bestaat uit ruwe stukjes bast en vezels dan wel als fijnere
compost. De ruwe cocos gebruik ik niet omdat ik geen hele grote potten heb en
evenmin grotere dennebomen.
Dus, afhankelijk van hoe dorstig mijn (inheemse, bladverliezende) boom is, meng ik de cocos erbij. Hoe meer fijnkorrelige zeoliet, hoe langer het substraat vochtig zal blijven. Dit heel eenvoudig standaardsubstraat gebruik ik al meerdere jaren (vanaf 2010) met goede tot zeer goede resultaten. Een berk die ik bvb in 2010 met weinig wortels vanuit vollegrond naar trainingspot overplantte, maakte op 1 jaar tijd werkelijk een gigantische massa fijne wortels, alsof die al enkele jaren zo getraind werd.
Het substraat zorgt voor gemakkelijk gieten, gemakkelijk bemesten. Als u water geeft, giet dan zo lang door tot het flink van onder de pot uit begint te stromen. Teveel gieten is enkel mogelijk als u veel teveel cocos gebruikte, en in combinatie met enkel en alleen maar de fijne zeoliet. Chemische meststoffen kunnen bij dit substraat gebruikt worden maar ik verkies vloeibare organische mest in combinatie met 1 of 2 keer mesten met een organische korrelmest die mycorrhizae sporen bevat.
Aangepaste substraat
Dus, afhankelijk van hoe dorstig mijn (inheemse, bladverliezende) boom is, meng ik de cocos erbij. Hoe meer fijnkorrelige zeoliet, hoe langer het substraat vochtig zal blijven. Dit heel eenvoudig standaardsubstraat gebruik ik al meerdere jaren (vanaf 2010) met goede tot zeer goede resultaten. Een berk die ik bvb in 2010 met weinig wortels vanuit vollegrond naar trainingspot overplantte, maakte op 1 jaar tijd werkelijk een gigantische massa fijne wortels, alsof die al enkele jaren zo getraind werd.
Het substraat zorgt voor gemakkelijk gieten, gemakkelijk bemesten. Als u water geeft, giet dan zo lang door tot het flink van onder de pot uit begint te stromen. Teveel gieten is enkel mogelijk als u veel teveel cocos gebruikte, en in combinatie met enkel en alleen maar de fijne zeoliet. Chemische meststoffen kunnen bij dit substraat gebruikt worden maar ik verkies vloeibare organische mest in combinatie met 1 of 2 keer mesten met een organische korrelmest die mycorrhizae sporen bevat.
Aangepaste substraat
Omdat ik nieuwe info en studies vond over groei van
gewassen in puur zeolietsubstraat, waaruit blijkt dat een initiële sterke groei
na een langere tijd in het substraat terug gevolgd wordt door een afname of
gelijkblijvende groei (enkel en alleen bekeken naar productie van bovengrondse biomassa), heb ik beslist om mijn
substraat licht aan te passen. Uit alle studies blijkt wel nog steeds dat het aandeel zeoliet in substraten een effectieve groeistimulator is, ook op
vlak van wortelgroei. Daarnaast zijn er ook overduidelijk andere goede
eigenschappen (zie verder).
Mijn aangepaste substraatmengeling bevat nu 3 verschillende 'ingrediënten' in altijd eenzelfde basisverhouding. Tunen doe ik over het algemeen weinig, eigenlijk alleen voor kleine potten (ook superlage schalen horen daar bij) en ultra dorstige boomsoorten (zoals Zwarte Els bvb). Dat tunen gebeurt dan eerst door een beetje te 'spelen' met diezelfde 3 basis ingrediënten: in plaats van eenzelfde medium korrel te voorzien bij het zeoliet aandeel, wijzig ik dat zeoliet aandeel door de helft te vervangen door kleinere korrel zeoliet. Immers, hoe fijner de korrel, hoe dichter het substraat en hoe meer lucht vervangen wordt door zeoliet, hoe meer opslagcapaciteit voor water. Samen in de mix met het organische deel versterkt dit elkaar en krijg je dus een mengsel dat nog altijd luchtig genoeg is, maar een beetje langer/meer water kan bufferen.
De substraatmengeling in de tabel hieronder zou ik een substraat op basis van zeoliet durven noemen dat bruikbaar is voor alle (inheemse) bladverliezende bonsai. Onthoud dus dat er een hoofdaandeel zeoliet in moet zitten om echt van die positieve eigenschappen van zeoliet te kunnen profiteren en het dus een substraat te noemen 'op basis van zeoliet'. Voor heel grote potten varieer je natuurlijk de korrelgrootte (groter), maar gebruik daarbij wel niet exclusief de grootste korrel van elk substraatonderdeel anders wordt het gunstig effect van het zeoliet weer teveel tenietgedaan en wordt het substraat al te drainerend als het organisch aandeel ook laag/zeer laag is.
Mijn aangepaste substraatmengeling bevat nu 3 verschillende 'ingrediënten' in altijd eenzelfde basisverhouding. Tunen doe ik over het algemeen weinig, eigenlijk alleen voor kleine potten (ook superlage schalen horen daar bij) en ultra dorstige boomsoorten (zoals Zwarte Els bvb). Dat tunen gebeurt dan eerst door een beetje te 'spelen' met diezelfde 3 basis ingrediënten: in plaats van eenzelfde medium korrel te voorzien bij het zeoliet aandeel, wijzig ik dat zeoliet aandeel door de helft te vervangen door kleinere korrel zeoliet. Immers, hoe fijner de korrel, hoe dichter het substraat en hoe meer lucht vervangen wordt door zeoliet, hoe meer opslagcapaciteit voor water. Samen in de mix met het organische deel versterkt dit elkaar en krijg je dus een mengsel dat nog altijd luchtig genoeg is, maar een beetje langer/meer water kan bufferen.
De substraatmengeling in de tabel hieronder zou ik een substraat op basis van zeoliet durven noemen dat bruikbaar is voor alle (inheemse) bladverliezende bonsai. Onthoud dus dat er een hoofdaandeel zeoliet in moet zitten om echt van die positieve eigenschappen van zeoliet te kunnen profiteren en het dus een substraat te noemen 'op basis van zeoliet'. Voor heel grote potten varieer je natuurlijk de korrelgrootte (groter), maar gebruik daarbij wel niet exclusief de grootste korrel van elk substraatonderdeel anders wordt het gunstig effect van het zeoliet weer teveel tenietgedaan en wordt het substraat al te drainerend als het organisch aandeel ook laag/zeer laag is.
Bestanddeel
|
Bemerkingen
|
Delen per Volume
|
1.
ZEOLIET
(=clinoptiloliet, liefst 95% zuivere, maar enkel 80-82% zuivere is gangbaar te verkrijgen) |
Medium korrel voor de meeste potten, variëren voor kleine of grote potten (of onderling mixen in het totale aandeel zeoliet)
|
2/4
|
2. | ||
3. LAVA (of vervang door bims) |
Verschillende lava te verkrijgen (bvb DCM kleigrondverbeteraar), ik gebruik meestal 1-3mm
|
1/4
|
4.
COCOSgrond
|
Ik gebruik Cocopeat BIO (merk Ecostyle). Dit is turf/veengrond vrij en dus ecologisch alternatief voor gewone potgrond.
Ik merk dat hierin ook wat grijs lavagruis is vermengd en dus goed meegenomen. Is ook aangenaam verwerkbaar |
1/4 als "maximum"
|
Optioneel:
Gedroogde koemestkorrels
Meng het mee in uw substraat in vroege lente wanneer
u verpot. Het helpt om sneller
essentiële bacteriën te krijgen. Het mestgehalte van gedroogde koemest
is verwaarloosbaar tot nihil (vandaar dat dit niet eens op de verpakking
vermeld is).
|
= bodemverbeteraar, géén volwaardige meststof dus veilig toe te voegen bij verpotten = om kolonisatie door bacteriën te versnellen/verbeteren in je substraat, wat dan weer goed is om het organisch aandeel te laten afbreken tot voor de plant beschikbare voedingsstoffen |
1 handvol
|
Over lava
Omdat lava goed gekend is, wijd ik er verder niet over uit. Het enige wat ik kan meegeven is dat er verschillende soorten lava zijn; grijze lave, bruine lava, zwarte lava, fijn, grof... Probeer zeker de PH waarde na te gaan, als het lava is dat je koopt als vijversubstraat (en niet als 'kleigrondverbeteraar' of andere tuintoepassing). Aan u om te beslissen of u ook nog bims/puimsteen wil bijmengen of ter vervanging van bvb de lava fractie(s). Dit zal het grote verschil niet maken. De lava fractie die ik gebruik geeft het totale substraat goede verwerkbaarheid en 'inwerkbaarheid' tussen de wortels. Het voegt wel weer wat gewicht toe maar de kleine korrel sluit overal goed aan rond de wortels en ‘verdicht’ het substraat zonder daarbij de verluchtende werking ervan in het gedrang te brengen. Lava is door zijn poriënstructuur en ruw oppervlak ook een goede hechtingsbodem voor nuttige bacteriën.Over zeoliet (natuurlijk clinoptiloliet)
Er zijn verschillende types natuurlijk zeoliet (gebruik geen
synthetische zeolieten aangezien deze geen micronutriënten bevatten en iets
minder goed tegen langdurige blootstelling aan een zure omgeving kunnen, bvb als u
chemische meststoffen als basisbemesting gebruikt). Clinoptiloliet is één van
die natuurlijke zeolieten, het meest gecommercialiseerd én het
zeoliet dat gebruikt wordt voor tuinbouwdoeleinden, binnen de groenaanleg
(vb bij aanleg gras/voetbalvelden, als bodemverbeteraar, …), naast gebruik voor
nog andere doeleinden (in katalysatoren, kattenbakvulling…). In België en
Nederland wordt het vermarkt door een handvol bedrijven/verdelers die het
importeren van binnen de EU of daarbuiten. Het Clinoptiloliet dat ontgonnen wordt
in Roemenië, Bulgarije, Tsjechië, Hongarije, Armenië en Griekenland 'zou' eerder
onzuiver zijn en ‘vervuild’ (lees van nature gemixt) met andere mineralen zoals
kwarts en veldspaat (gebaseerd op vergaarde info uit internetbronnen, oa studies). De
verdelers/bedrijven die het in België en Nederland vermarkten is minimaal 80%
zuiver (tot max 85%).
In het verleden (2009-2012) heb ik in België echter 95% zuiver zeoliet
kunnen vinden, dit is de zuiverste mogelijke clinoptiloliet zoals het ontgonnen wordt, en ik
vermoed dat dit dan van de Turkse mijnen komt. De reden waarom er geen 95% zuiver zeoliet meer geïmporteerd wordt, is meervoudig volgens mij. Bvb door commerciële overwegingen: het is namelijk van nature wat
stofferig en dit is niet wenselijk met het oog op vermarkting, bijvoorbeeld
zeker niet voor gebruik als grondbedekker in vogelkooien, kattenbakvulling,
etc. Voor bonsai speelt dit minder want met 2 of 3 keer gieten verdween dit al. Daarnaast is export vanuit niet-EU wellicht gecompliceerder en onderworpen aan meer regels. Ook zou een mijn gestopt zijn met de activiteiten.
Een minpunt van het 80-85% zuivere zeoliet is dat het verkleurt tot een lichtblauwe korrel bij verzadiging. Deze verkleuring heb je elke keer opnieuw bij elke gietbeurt. Dit is natuurlijk niet erg aantrekkelijk, zeker niet als toplaag, en draagt dus bij tot een kunstmatige look, wat we net willen vermijden.
Een minpunt van het 80-85% zuivere zeoliet is dat het verkleurt tot een lichtblauwe korrel bij verzadiging. Deze verkleuring heb je elke keer opnieuw bij elke gietbeurt. Dit is natuurlijk niet erg aantrekkelijk, zeker niet als toplaag, en draagt dus bij tot een kunstmatige look, wat we net willen vermijden.
Wat is er zo speciaal en goed aan zeoliet, zelfs het 80-85% zuivere? Hieronder de voornaamste voordelen:
- Een enorm hoge CEC (cation exchange capacity), gemiddeld tot wel 170/180meq/100gr (meq=milliequivalent). Dit is wel 6x hoger dan akadama. Alles vanaf de 25meq wordt beschouwd als goede CEC waarde van een bodem. Hoe hoger, hoe 'voedselrijker' je bodem is/kan zijn dus. CEC drukt in technische termen uit hoezeer een bodem/substraat in staat is om cationen uit het water te halen en te binden. Cationen zijn meestal afkomstig van metalen, en zijn positief geladen, en worden dus aangetrokken door het negatief geladen zeoliet (zeoliet is een van de weinige natuurlijke negatief geladen mineralen). In horticultuur spreken we dan van de sporenelementen zoals Fe, Mn, Zn, Cu, Co,... Hierdoor is in principe ook minder frequent mesten nodig want toegediende meststof zal in lagere hoeveelheid uitspoelen en dus 'verloren' gaan.
- Een honinggraatvormige microporeuze celstructuur. Dat maakt dat zeoliet een enorm 'oppervlak' heeft, tot wel 60m²/gr voor bvb 85% zuiver zeoliet. De structuur laat toe dat water/voedingsstoffen sterk gebufferd (en vrijgelaten) kunnen worden. Het zorgt er ook voor dat er een goede kolonisatie door nuttige bacteriën (en zelfs mycorrhizae) kan zijn.
- Door de hoge CEC is zeoliet ook in staat schadelijke stoffen te neutraliseren (permanent absorberen) zoals ammonium, ammoniak, nitriet
- Als aparte bullit, maar opdat het goed opvalt: zoek geen extremen op met bemesten (vooral chemisch) en zorg dus dat je daar je PH niet ineens (sterk) mee uit balans haalt want dan kan zeoliet anders gaan reageren en veranderen de goede eigenschappen. Te aggressief mesten doodt ook eventueel aanwezige mycorrhizae.
Ver
Nadelen van Zeoliet?
- Zeoliet wordt uiteraard ook gemijnd, dus er is en blijft een zekere ecologische impact, al is die niet te vergelijken met de ontginning van veengronden voor potgronden.
- De verkleuring (lichtblauwige tinten) van de 80-85% pure zeoliet maakt dat het er artificieel uitziet en dus niet geschikt is als topgrond. Gebruik andere bestanddelen als toplaag vb. Lava + bims
- Om Zeolietkorrels te vinden moet je even gericht op zoek gaan, maar google is je vriend. De grote commercialisatie binnen de horticultuur is er wel nog niet 'echt', behalve gespecialiseerde substraten (vb Pon, of Clinopti), en zoals bijv. ook groendaken (vb Vulkagran-T, of Clinopti,…).
- Zeoliet is nogal zwaar, zeker eens het volledig verzadigd is. Daar is rekening mee te houden voor heel grote potten, zeker als je het je hoofdbestanddeel is.
Zeer interessant!
BeantwoordenVerwijderen